MotorrouteMotorroutes Franrijk-Pyreneeën

Je bent hier: home | individuele-reizen | pyreneeen-frankrijk | route pyreneeen-frankrijk

Naar Avallon (106 km)

Indicatie Utrecht-start route: 525 km
Indicatie Antwerpen-start route: 412 km

Zodra je de snelweg verlaat, merk je hoe weinig verkeer er op de weg is. Je toert over een bijna verlaten, glooiende vlakte met zo nu en dan een dorpje. Zo schiet je lekker op. Soms bomen, soms akkers en riviertjes. Dan rijd je, eigenlijk zomaar ineens, onder een poort door een prachtig, bijna middeleeuws dorpje binnen. Zeker even rondstappen, waarna je zwierend je weg vervolgt richting Avallon. Hoewel vlakbij de stad is hotel een oase van rust en charme.

Avallon - Issoire (314 km)

Je doorkruist de Morvan met prettige slingerwegen door het groen. Zo kun je tempo maken en toch om je heen kijken naar de kasteeltjes, meren en de kenmerkende “wit-blonde” koeien in de wei. Na de koffiestop stuur je de Morvan uit, niemandsland in. In niemandsland lijkt elk dorp groot, maar Lapalisse is hoe dan ook groot genoeg voor een lekkere lunch. Dan kun je het tempo weer wat opvoeren en dient zich al vlot een nieuw natuurpark aan. Hier worden de hoogteverschillen groter en de bochten korter. Een mooi traject door het bos over stille, smalle wegen. Even wat meer drukte, gevolgd door een lange, prettige eindspurt naar Issoire.

Issoire - Albi (335 km)

18 km snelweg om wakker te worden, waarna een lekkere weg door een kloof en een fraai landelijk traject met bochtige wegen. Tijd voor koffie in de “haute ville” van Saint Flour op het pleintje bij de kathedraal. Na de koffie overbrug je circa 90 km snelweg richting de vallei van de Tarn. In eerste instantie een bredere doorgaande weg richting Milau. Daar rijd je onder de hoge, spectaculaire brug door. De hoogste pijler is met 343 meter zelfs iets hoger dan de Eifeltoren. Je laat de Tarn nog niet los, maar blijft de rivier volgen via een smalle, rustige weg. Tunneltjes door de bergen en bruggetjes brengen je van de ene kant van de Tarn naar de andere kant. Zelfs het hotel in Albi ligt aan de Tarn.

Albi - Vielha (264 km)

Je start met een kleine 120 km snelweg om o.a. Toulouse te ronden. Als je de snelweg achter je laat zie je de Pyreneeën al voor je liggen. Ook hier weer rust en ruimte én een merkwaardige kapel die vraagt om een korte pauze. Je laveert verder richting bergen, een lange aanloop naar de Col de Portet-d'Aspet. De klim naar de 1070 meter hoge top gaat heel geleidelijk, maar met de afdeling duik je met 17% verval de bossen in. Vervolgens de hogere Col de Menté met pittige bochten naar boven en naar beneden. Dan is het nog zo’n 40 kilometer naar Vielha, net over de Spaanse grens.

Vielha A (290 km)

Je klimt op naar 2100 meter, de wintersportregio van Val d’Arran. Een weg met ruime bochten. In het skigebied Baqueira zijn alle hotels en liften met zomerreces. De bergen zijn nu voor de koeien en paarden die langs de weg grazen. Je maakt een prachtig ommetje langs een mooi stuwmeer, een oase van rust. Je rijdt dicht langs de oever en via de stuwdam weer terug naar de doorgaande weg. Dan sla je af voor een fantastisch stuurfeest, 35 kilometer bochten en goed asfalt. Tijd voor een verlate lunch, de Spaanse flow, waarna je de route afmaakt via fijne bredere wegen.

Vielha B (280 km)

Een rondje machtig sturen en prachtige vergezichten. Je volgt de rivier, met aan weerszijden indrukwekkende rotsen. De koffiepauze is in het fraaie bergdorpje Roda de Isabena, hoog gelegen op de berg met vanzelfsprekend weids uitzicht over het dal. Isabena heeft een imposante Romeinse kathedraal en een mooie serene kloostertuin. Daarna koers je verder over bijna verlaten wegen met fenomenaal uitzicht op de vallei en de besneeuwde bergtoppen. Wat een landschap, wat een overmacht aan bergen en altijd maar die roofvogels die boven de bergtoppen cirkelen. Op het marktplein van Tremp kun je een restaurantje uitzoeken voor de lunch waarna je je weg vervolgt langs de roodgekleurde rotsen, akkers en soms kleine wegen door het groen voor de eindspurt via de wintersportregio naar Vielha.

Vielha C (265 km)

De route start met een vlot doorgaande weg met lange bochten. Dan rijd je een smalle kloof in, de rotswanden tornen hoog boven je uit. Je vervolgt met een doorgaande weg naar het prachtige middeleeuwse centrum van Ainsa. De entree via de citadel leidt je naar het grote vierkante Plaza Mayor met arcades, restaurantjes en winkeltjes. Maak ook eens een wandeling door de straatjes en langs het kerkje. De weg vervolgt richting Bielsa langs de rio Cinca. Je kunt stoppen bij verlaten tunneltjes van de oude weg naar Bielsa, leuk om even te kijken. Als je je zwemspullen meeneemt kun je in de rivier afkoelen. Dan kom je aan Franse zijde en maak je via de nodige haarspeldbochten een fikse afdaling. Via de Col de Peyresourde, die al vanaf 1910 met regelmaat is opgenomen in een etappe van de Tour de France, rijd je naar Bagneres de Luchon, bekend van de thermale baden en slinger je weer terug naar Spanje.

Vielha-Ochagavia (300 km)

Van oost naar west over de bekende cols van de 1e en hors categorie. Zoals de Aspin, een groene pas met een smaller wegdek. Dan een lange aanloop naar de fantastische Tourmalet. Je deelt de weg met schapen en uiteraard veel wielrenners. Het is een prachtige klim. Op de top kun je prima lunchen en genieten van het uitzicht. De afdaling gaat over nieuw, snaarstrak asfalt, je volgt de rivier die in 2013 ver buiten z’n oevers trad en hele stukken van het wegdek wegspoelde. Op naar de Col d'Aubisque. Je rijdt dicht langs de bergwand door veel tunneltjes, een mooi traject. Na een welverdiende pauze worden de cols wat lager en groener. Je rolt vanzelf Spanje weer binnen. Einddoel is Ochagavia, de uitvalsbasis voor de komende dagen.

Ochagavia A (240 km)

Je hebt 8 kilometer om wakker te worden, daarna beginnen de bochten en die houden niet meer op. De Col de la Pierre tussen Spanje en Frankrijk is prachtig om te rijden en te kijken. Dan een landelijk traject richting het kleurige vestingstadje St. Jean Pied de Porte. Veel drukte en gezelligheid, toeristische winkeltjes, geplaveide straatjes en genoeg restaurants om uit te kiezen. Via de nodige bochten koers je naar het druk bezochte bedevaartsplaatsje Roncesvalles, waar veel pelgrims onderweg naar Santiago de Compostella een tussenstop maken. Maar jij gaat niet naar Santiago, maar gewoon verder met lange bochten. Een rustige weg rond een groot stuwmeer. Je sluit de dag af met een hele serie pittige bochten van de Valle de Roncal, leef je uit!

Ochagavia B (250 km)

De route gaat richting de groene dalen van Anso en Hecho. Alweer een prachtige omgeving met grillige rotspieken. Het is kijken of sturen, beide is teveel. Je waant je even op een ware racebaan. Daarna rechtuit, hier kun je even om je heen kijken. Je neemt zelfs wat afstand van de Pyreneeën, maar het silhouet van de scherp getande bergen is nooit ver weg. Uiteindelijk kom je in Sos, smalle straatjes, pleintjes en poorten. Authentiek en weinig toeristische opsmuk, met wat fantasie waan je je in de 14e eeuw. Na Sos ligt er alweer een stuwmeer op je te wachten gevolgd door een “circuit traject”. In de juiste cadans naar huis.

Ochagavia C (225 km)

Een route waar het gaat om sturen en niets dan sturen. Brede wegen, smalle wegen, korte en lange bochten. Na 70 kilometer een koffiepauze bij een klein restaurant aan het begin van een prachtige, smalle doorsteek. Veel groen en overhangende bomen. Dan even wat dorpjes richting een nieuwe col. Omhoog nog veel groen en bomen, naar beneden rijd je langs de kale bergwand en zakt gestaag weer af. Nog meer bergen en bergtoppen met restaurantjes. Kaal, ruig en mooi uitzicht. Ter afsluiting een laatste steile afdaling waarna je aansluit op de inmiddels bekende weg naar Ochagavia.

Ochgavia - Albi (394 km)

In kilometers een langere route, maar met redelijk wat snelweg toch goed te doen. Je verlaat Spanje via een dan inmiddels bekende pas en stuurt via rustige wegen naar het oude centrum van Navarreux, waar je kunt pauzeren. Je koerst ontspannen verder naar de oprit van de snelweg die je eigenlijk pas weer bij Albi verlaat. Je moet een aantal grote steden passeren. Zo ben je wel bijtijds in Albi en kun je wellicht nog een ommetje door de mooie stad maken.

Albi - Issoire (292 km)

Albi uit en via het platteland in noord-oostelijke richting. Charmante dorpjes, chateaux en geweldig uitzicht. Wegen soms met middenstreep, soms smaller. Kleine colletjes en een flinke hoogvlakte. Dan een traject langs riviertjes, weilanden en steenwallen richting de mooie vallei de la Haute-Tryère. Heerlijk sturen, leuke bochten en mooi uitzicht. Hier een fijne stop aan een groot stuwmeer. De laatste 35 kilometer gaan over de snelweg. Terug in Issoire, het is een mooie dag geweest.

Issoire - Avellon (327 km)

Prettige krullende, doorgaande wegen. Gewoon lekker een eind sturen met de blik op het groene, golvende Franse land. Kneuterige dorpjes, voor een simpele koffiestop. Up-tempo door naar Roanne, waar je met de rondweg omheen rijdt. Dan is het sturen wel even over. Rechtere wegen begeleiden je uiteindelijk weer naar de Morvan. Nog 100 km bredere en smallere wegen, langs overweldigende varens, weilanden slaperige dorpjes. Naarmate je Avallon nadert is de wereld bewoonder, het gras voor de koeien groener en het hotel nog altijd even charmant.

Naar huis

Indicatie einde route – Utrecht: 640 km
Indicatie einde route-Antwerpen: 526 km